Wijvenweek loopt op haar einde. Met 3 van de 6 onderwerpen ingevuld, heb ik voorlopig maar halvelings m’n huiswerk gemaakt. Sta me toe op deze inhaaldag wat losjes om te springen met het laatste onderwerp. “Het multitaskende superwijf” zou eigenlijk een vrijbrief mogen zijn om mezelf ongebreideld te bewieroken, maar mijn gedachten blijven vooral steken bij de term multitasken.
Jarenlang heb ik getracht om te voldoen aan het cliché dat alle vrouwen kampioenes zijn in het multitasken. Om telkens weer vast te stellen dat dit allesbehalve m’n grootste talent is. Natuurlijk zijn bepaalde vormen van multitasking nodig om de zaken wat vooruit te laten gaan of om taken toch nog een zweem van entertainment te geven. Zo zit ik regelmatig mailtjes te beantwoorden terwijl achter me de potten op het vuur staan te pruttelen. Of zet ik m’n strijkplank voor het tv-toestel. Voorwaarde hier is dat zowel het tv-programma als het strijkwerk geen hoge moeilijkheidsgraad hebben. Anders ben ik constant met de rewind-toets in de weer… En dat brengt me bij de vraag of al dat multitasken eigenlijk wel zoveel tijdswinst oplevert. De menselijke geest is als een computer: hoe meer programma’s er open staan, hoe trager de werking. Bovendien is het nefast voor het concentratievermogen. Vandaag nog, toen ik aan het bellen was met mijn ma, deed iets in het gesprek me er plots aan denken dat ik de was nog in de droogkast moest stoppen. Zonder er bij mij na te denken stond ik op en ging, ondertussen verder telefonerend, de droogkast inschakelen. Toen het irritante geluid van de draaiende trommel het gesprek overstemde, besefte ik pas hoe onbeleefd dit eigenlijk is. En zou ik zoveel tijd gewonnen hebben, mocht ik dat achteraf gedaan hebben? Nee dus. Al die moderne snufjes doen er ook geen goed aan. Telefoon, mail, Twitter, Facebook,… er is een tijd geweest dat ik zowat continu online was. De aanschaf van een smartphone versterkte dat nog. Uiteraard is het in heel wat jobs, waaronder de mijne, noodzakelijk om meerdere keren per dag mails en het nieuws te checken. En het is ook ideaal om de dode momenten in te vullen. Maar na verloop van tijd leek het alsof m’n hersenen continu in een olympisch kampioenschap pingpong verwikkeld waren. M’n gedachten hopten constant van het één naar het ander. Dat zorgde niet alleen voor chaos in m’n hoofd. Ik merkte dat heel wat taken niet afgewerkt raakten of veel langer aansleepten dan zou mogen. Nog meer chaos… En dus kies ik er nu bewust voor om me op één ding tegelijkertijd te concentreren. Niet dat ik daar altijd in slaag, maar het is zo bevrijdend en tijdsbesparend als het wel lukt. Multitasking is out, enter mindfulness. Helemaal opgaan in 1 activiteit, optimaal in het “moment” leven.
Mannen hebben dat al langer door. “Ik ben een man, dus ik kan maar één ding tegelijkertijd”, klinkt het vaak verontschuldigend, aangezien multitasking steeds aan vrouwen toegeschreven wordt (wie heeft dat eigenlijk uitgevonden?). Je zult me niet vaak betrappen op “vrouwen van Venus, mannen van Mars”-theorietjes, omdat ik dat meestal veredelde cafépraat vind. Maar soms ben ik wél overtuigd van “verschillen der seksen”. Een voorbeeld om het te illustreren: Als er op enkele meters afstand een gesprek plaatsvindt terwijl ik zit te schrijven, heb ik alle details gehoord, ook al interesseert het me geen moer. Voor heel wat mannen daarentegen zal dat geluid niet meer zijn dan wat gezoem in de verte. Vaak zelfs als je hen een directe vraag stelt. Stiekem ben ik daar dan jaloers op. Mannen waren mindful lang voor het zo trendy werd…
Pingback: Wijvenweek: Over multitasken en waarom ik mannen gelijk geef… | Wijvenblogs
Heel herkenbaar!
Een andere insteek, maar ik kan helemaal volgen. Zelf heb ik er soms moeite mee, als ik aan de telefoon hoor dat de andere van alles bezig is. Wellicht omdat ik het zelf niet kan, twee dingen tegelijk !
Pingback: Op vakantie in eigen land: culinaire, culturele en andere ontdekkingen in Oostende
Pingback: Op vakantie in eigen land: culinaire, culturele en andere ontdekkingen in Oostende