Het is september. Modemaand. Maand van modespecials, must-haves, wanna-haves, it-bags & – girls. Ik zit er middenin. Als je dit leest ben ik me wellicht weer door een massa defilébeelden aan het worstelen voor de modespecial van dit programma.
Die beelden brengen me weer even terug naar de tijd toen ik zelf model wilde worden. Heel wat zomers geleden: Ik ben zestien en 1m58. Een groeischeut zit er niet meer in. Het zijn naïeve tijden voor dergelijke dromen. Geen tv-wedstrijden die de kortste weg naar een modellencarrière lijken uit te stippelen. Het duurt nog jaren vooraleer de met overacting gevulde ogen van Tyra Banks boven de desk van America’s Next Top Model zullen uitrijzen. De finalistes van Benelux’ Top Model zijn hun Trip Trapp-stoel nog niet ontgroeid.
Model worden lijkt in die tijden enkel weggelegd voor meisjes die toevallig een modelscout tegen het lijf lopen op de luchthaven of in de supermarkt. Maar ik zie iemand van Elite Model niet meteen in de Spar in het West-Vlaamse Meulebeke belanden.
En dan is er die hippe kapper die vertelt over “de mannequincursus”. Twintig lessen plaveien de weg naar de catwalk. Het “glitzy glam”-leven ligt plots binnen handbereik. Maar eerst is er een kleine hindernis: de toelatingsles. Daar zal beslist worden of m’n ouders een smak geld mogen betalen voor de cursus. “Je bent te klein”, zegt m’n moeder nog. “Ze zijn daar minder streng in dan vroeger”, wuif ik die opmerking weg. Ik heb een doel voor ogen en laat me door niets tegenhouden, ook niet door een stel weerbarstige genen.
We worden opgewacht door een gewichtig comité, de eigenares van het agentschap in het midden. “Je bent klein hé”, zegt ze. Ik zwijg omdat ik niet zo snel een excuus kan verzinnen om dat euvel te maskeren. “Maar je kan ook fotowerk doen”, voegt ze er snel aan toe, als ze in m’n ogen een meisjesdroom ziet versplinteren. Vijf minuten later is het deliberatieproces afgelopen en staan we weer op straat. Ik ben toegelaten! Milaan en Parijs lonken om de hoek.
Een week later kan het echte avontuur beginnen: looplessen, make-up- en kapseltips, een fotoshoot op het strand van Westende. De lesgevers en hun kritiek zijn hard, maar dat is de modellenwereld ook. Dus daar moet je tegen kunnen. De eerlijkheid is wel afgebakend, want je mag niet opgeven. Dat zou jammer zijn. Niet in het minst omwille van het cursusgeld dat je in schijven kan betalen. Stilaan worden we klaargestoomd voor de grote finale: een heuse fashion show. Een park ergens in een grote stad, een wankele plankenvloer, kledij die ook m’n oma als klassiek zou omschrijven. Het echte werk dus. De presentator stelt alle cursisten voor en licht hun motivatie toe. Ontstellend hoeveel mensen – mezelf incluis – deelnemen om meer zelfvertrouwen te krijgen. En dat ligt natuurlijk voor het rapen op een catwalk. Ik defileer zonder struikelen over de wiebelende planken en wordt beloond met een getuigschrift, wat ze gemakshalve diploma noemen. Iedereen is geslaagd. Alhoewel het bij mij nipt was. “De jury had je bijna je diploma niet gegeven omdat je te klein bent”, vertrouwt de zaakvoerster me toe. “Maar ik heb hen weten te overtuigen om het toch te doen. Anders was het zo sneu geweest voor je.” Ik dank haar voor zoveel menslievendheid. Tot ze tegen m’n moeder zegt: “Tja, voor fotowerk moet je vaak ook een bepaalde lengte hebben.” Was ze vijf maanden eerder vergeten te vermelden blijkbaar. Klein foutje. Kan gebeuren.
Later zouden tv-reportages bevestigen wat me toen begon te dagen: een echt modellenagentschap is eerlijk over je kansen. Of ze investeren in je, omdat ze weten dat je geld zult binnenbrengen. Of ze vragen wel geld, maar vertellen er eerlijk bij dat het geen ticket is naar de catwalk of een plaatsje voor de lens van een modefotograaf.
Nu ik al vele uren mannequins over een catwalk heb zien schrijden, weet ik het wel: defileren en poseren kun je leren. Maar los van de juiste maten is het ook een kwestie van aangeboren talent. Je hebt het, of je hebt het niet. Ik had het niet. Die cursus heeft daar niets aan veranderd. Al heb ik er dan toch een paar mooie jeugdfoto’s aan overgehouden…
Pingback: Babbel met mijn 16-jarige zelf | The Picnic Guest