Een werkdag is al voor de helft geslaagd als ik weet dat er in de koelkast een netjes gevulde lunchbox wacht. Ik kan dan ook nooit genoeg krijgen van lunch- en lunchboxinspiratie. Toen ik vorig jaar enkele lunchboxen moest kopen voor m’n werk (voor het rubriekje Lekker Mee in Tendens), kon ik de rekening indienen en het geld terug betaald krijgen. In plaats daarvan hield ik de boxen. En zo begon de collectie een beetje uit de hand te lopen: Ronde dozen, vierkante dozen, kleine potjes voor dressing of notenmengelingen, iets grotere potjes voor zelfgemaakte hummus of ander broodbeleg, microgolfbekers voor soep of pasta, enz… M’n voorraadkast bevat al meer potjes dan het gemiddelde en toch komt er regelmatig nog eentje bij. Want niet iedere lunch is geschikt voor iedere pot. Ah nee!
Sommige salades ogen mooi in een grote pot, voor andere heb je dan weer gecompartimenteerde boxen nodig. Zo’n doos met compartimentjes komt zeker van pas bij de lunchbox-versie van de 7-layer dip. Zoals de naam het zegt: een dipsaus met 7 laagjes. De Amerikanen zijn er dol op en serveren het vooral tijdens grote feesten en nationale events. Wanneer bijvoorbeeld de Superbowl op tv is wordt er er een grote schaal op tafel gezet waarin iedereen naar hartenlust kan dippen en doppen met tortillachips. Doordat je doorheen die 7 lagen dipt, ontstaat een heerlijke smakenmix. Ik schreef er hier al eens redelijk enthousiast over. In zo’n grote kom ontaardt dat natuurlijk binnen de kortste keren in een grote knoeiboel. Dus koos ik voor de meer elegante versie in individuele potjes.
Dit zijn de 7 laagjes die ik gebruikte en die frequent voorkomen in de dip (dit is dus een veggie versie): bonenpuree, zure room, guacamole, geraspte kaas (vaak is dat cheddar), salsa of pico de gallo, olijven en sla (meestal ijsbergsla of Romeinse sla).
Het leuke is dat je de 7-layer dip perfect naar je hand kan zetten en laagjes aanpassen naargelang je smaak en hoeveel tijd je hebt. Een laagje vervangen door vlees, andere kaas gebruiken, shortcutten met kant-en-klare guacamole,…
Omdat het zo’n veelzijdig gerecht is begon het bij me te dagen dat je hier gemakkelijk een lunchboxversie zou kunnen van maken. Zo gezegd, zo gedaan. Ik stoofde wat kidneybonen aan met een ajuintje (in de VS gebruiken ze een blik refried beans, maar dat is hier moeilijk te vinden) en voegde een Mexicaanse kruidenmix toe. Een lunch heeft natuurlijk andere vereisten dan een tv-snack of een aperitiefhapje. Vandaar deze adaptaties:
- Tortillachips verving ik aanvankelijk door rijstkoeken: Geen succes. Denk aan stuurloze ingrediënten die alle richtingen op zochten, behalve de juiste. Volkoren wraps in twee gesneden bleek een beter idee.
- Ik gebruikte lenteuitjes in de guacamole, maar in de salsa liet ik de gele ajuin weg. Op een werkdag moeten we nog onder de mensen komen hé. En heel de namiddag een weeë nasmaak van rauwe ajuin is ook geen pretje.
- Zure room zou je in principe kunnen vervangen door volle Griekse yoghurt, maar ach, ik was in een decadente bui.
Deze portie was heel royaal voor één persoon. Maar ik smikkelde er zonder problemen ook ’s avonds van en dan was er nog een beetje bonenpuree over. Zorg er wel voor dat er voldoende citroen of limoen in de guacamole zit, dan lukt het wel. Geloof trouwens nooit dat de pit van de avocado helpt om verkleuren tegen te gaan. Ik heb het uitgetest en dat maakt geen enkel verschil! Enkel met een zuur kan je het oxidatieproces vermijden. Zoals bij appelen dus.
PS: En nog eentje voor de aandachtige kijkers: ondanks het gesukkel om de ingrediënten op een rijstkoek te krijgen, was ik heel tevreden over de eerste versie. Tot ik het aantal laagjes telde… Oeps, een 7-layer dip met zes laagjes! Tja, ’t was een maandag…
Bedankt voor het lezen! Misschien tot op Facebook, Instagram of Bloglovin’, want daar hang ik ook graag aan de virtuele toog!
Oh my, dit ziet er echt goed uit!
Thanks Laura!